De staatssecretaris heeft een geactualiseerde versie uitgebracht van het Besluit noodmaatregelen coronacrisis (zie FutD 2020-3260, FutD 2020-2824, FutD 2020-2400, FutD 2020-1844, FutD 2020-1428, FutD 2020-1601 en FutD 2020-1253). Het geactualiseerde besluit is op 31 december 2020 in werking getreden en bevat vier nieuwe goedkeuringen. Daarnaast zijn enkele bestaande maatregelen verlengd en is een nieuw onderdeel aan de herinvesteringsreserve (HIR) gewijd.
Wij ontlenen aan het besluit het volgende:
- Vooruitlopend op wetgeving keurt de staatssecretaris goed dat een subsidie (inclusief opslag) die bij de tweede openstelling is verstrekt op grond van de Regeling subsidie financiering vaste lasten MKB COVID-19 is vrijgesteld van de heffing van IB (box 1) en Vpb. De tweede openstelling van de regeling ziet op een subsidie voor vaste lasten voor de periode van oktober tot en met december 2020, waarbij de subsidie maximaal € 90.000 bedraagt. MKB-ondernemingen met een eet- of drinkgelegenheid kunnen een eenmalige opslag Voorraad Gesloten Detailhandel (VGD) ontvangen van maximaal € 20.160, waardoor de subsidie voor die ondernemingen maximaal € 110.160 bedraagt.
- Zorglichamen ontvangen continuïteitsbijdragen ter compensatie van omzetdaling en extra gemaakte kosten als gevolg van de coronapandemie. De staatssecretaris keurt goed dat deze continuïteitsbijdrage de vrijgestelde status van deze zorglichamen voor de Vpb voor het boekjaar 2020 niet ontneemt als de zorgvrijstelling in het boekjaar 2019 ook van toepassing was op deze zorglichamen. Als voorwaarde geldt hierbij dat er zich buiten de ontvangst van de continuïteitsbijdrage(n) in het boekjaar 2020 geen wijziging in de feiten en omstandigheden heeft voorgedaan, die tot gevolg heeft dat de zorgvrijstelling niet meer van toepassing is.
- In een besluit van 25 november 2019 (zie FutD 2019-3313) over de Vpb-vrijstelling voor natuurschoon-, pensioen- en zorglichamen zijn overgangsregelingen opgenomen voor bepaalde groepen zorglichamen en sociale werkbedrijven. De staatssecretaris keurt goed dat de termijn van deze overgangsregelingen wordt verlengd tot en met 31 december 2021.
- De staatssecretaris keurt goed dat geen BTW wordt geheven ter zake van de levering van COVID-19-vaccins en COVID-19-testkits. De levering van COVID-19-vaccins en de dienst van het vaccineren met deze vaccins is belast met 0% BTW, tenzij ter zake van het vaccineren een vrijstelling van toepassing is. Als de ondernemer het nultarief toepast, heeft hij recht op aftrek van de hieraan toerekenbare voorbelasting. Ook de levering van COVID-19-testkits en de dienst van het testen met deze testkits is belast met 0% BTW tenzij ter zake van het testen een vrijstelling van toepassing is. De goedkeuringen kunnen met terugwerkende kracht worden toegepast met ingang van 21 december 2020 en gelden tot en met 31 maart 2021.
- De goedkeuring dat geen BTW wordt geheven over de levering van mondkapjes is verlengd tot en met 31 maart 2021.
- De eerder vervallen goedkeuring inzake het verlaagd BTW-tarief voor onlinediensten door sportscholen is opnieuw opgenomen. Het verlaagde BTW-tarief is van toepassing op de sportlessen die sportscholen en dergelijke ondernemers gedurende de verplichte sluiting online aan hun afnemers aanbieden. Deze goedkeuring kan met terugwerkende kracht worden toegepast vanaf 15 december 2020 en geldt totdat de verplichte sluiting wordt opgeheven.
- De BTW-maatregel voor het ter beschikking stellen van zorgpersoneel is verlengd.
- Wanneer een herinvestering nog niet heeft plaatsgevonden, wordt de HIR uiterlijk in het derde jaar na het jaar waarin de reserve is ontstaan, in de winst opgenomen. Dit geldt niet voor zover de aanschaffing of voortbrenging, mits daaraan een begin van uitvoering is gegeven, door bijzondere omstandigheden is vertraagd. Daarbij mag er volgens de staatssecretaris van worden uitgegaan dat de coronacrisis als bijzondere omstandigheid kwalificeert. Aan de overige voorwaarden, waaronder dat aan de aanschaffing of voortbrenging een begin van uitvoering is gegeven, moet wel worden voldaan.
- De staatssecretaris keurt goed dat de inspecteur de termijn van 15 maanden, zoals deze wordt gesteld in de goedkeuring van terugwerkende kracht bij de geruisloze omzetting en geruisloze terugkeer, met drie maanden verlengt wanneer deze termijn verstrijkt in de periode van 1 maart 2020 tot en met 30 september 2020. Ook de termijn van twaalf maanden voor de juridische fusie en splitsing en vijftien maanden voor de bedrijfsfusie, zoals deze worden gesteld in de goedkeuring van terugwerkende kracht bij de betreffende faciliteiten, wordt met drie maanden verlengd wanneer deze termijn verstrijkt in de periode van 1 maart 2020 tot en met 30 september 2020.
- Het tijdelijk verspoelde uitstelbeleid voor ondernemers voor de betaling van belastingschulden is verlengd tot en met 31 maart 2021.
- De goedkeuring voor het ongewijzigd doorlopen van vaste reiskostenvergoeding in de loonheffingen is verlengd. De staatssecretaris keurt goed dat een werkgever gedurende het jaar 2020 en de maand januari van het jaar 2021 voor een vaste reiskostenvergoeding geen gevolgen verbindt aan een wijziging in het reispatroon van een werknemer. De werkgever kan deze goedkeuring ook toepassen voor een vaste reiskostenvergoeding met nacalculatie. Als een werkgever een vaste reiskostenvergoeding met ingang van 1 januari 2021 heeft gewijzigd kan hij deze wijziging desgewenst uitstellen tot 1 februari 2021.
- Verder is de goedkeuring verlengd dat de Belastingdienst een soepel standpunt inneemt in het geval dat een werkgever of werknemer vanwege de coronamaatregelen een wettelijke administratieve verplichting in redelijkheid niet, niet tijdig of niet volledig nakomt en dit voor zover mogelijk herstelt zodra dat kan.
- De goedkeuring dat de Duitse uitkeringen Kurzarbeitergeld, Insolvenzgeld en Arbeitslosengeld ontvangen door een inwoner van Nederland worden vrijgesteld, is verlengd tot en met 31 maart 2021.
Ministerie van Financiën 21-12-2020, nr. 2020-247116 (Fida 20207313)