De Tweede Kamer heeft op 10 december 2020 de novelle (zie FutD 2020-3584) met betrekking tot de Baangerelateerde investeringskorting (BIK; zie FutD 2020-2586) bij het wetsvoorstel Belastingplan 2021 aangenomen. Met deze novelle wordt de aansluiting bij de fiscale eenheid (f.e.) uit de Baangerelateerde Investeringskorting (BIK) gehaald waardoor de regeling alleen op het niveau van een individuele vennootschap kan worden toegepast. Voor de toepassing op het niveau van de f.e. is goedkeuring gevraagd aan de Europese Commissie. In de novelle is de mogelijkheid opgenomen om de aansluiting bij de f.e. alsnog in te voeren. Die aansluiting treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen datum, zo nodig met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2021. Tweede dagen voor de stemming stuurde de staatssecretaris een nota naar aanleiding van het (nader) verslag bij de BIK-novelle naar de Tweede Kamer. Hieraan ontlenen wij het volgende:
- De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) richt het aanvraagformulier zo in dat een inhoudingsplichtige geen administratie of bewijsstukken hoeft aan te leveren bij de aanvraag voor de BIK.
- In plaats van voor een complexe desinvesteringsbijtelling te kiezen, heeft het kabinet ervoor gekozen dat alleen recht bestaat op de BIK als er sprake is van een nieuw bedrijfsmiddel en als het bedrijfsmiddel ook daadwerkelijk binnen zes maanden in de eigen onderneming in gebruik wordt genomen. Als niet de intentie bestaat een investering structureel in de eigen onderneming in gebruik te nemen, of wanneer een al gebruikt bedrijfsmiddel wordt verworven, kwalificeert de investering niet voor de BIK.
- Als blijkt dat het budgettair beslag over 2021 zo groot is dat het voor de beide jaren totale budget van € 4 mld wordt overschreden, kunnen de percentages voor 2022 op nihil worden gesteld. Daarmee wordt de facto de BIK-regeling beëindigd.
- Een in het buitenland gevestigde vennootschap kan alleen gebruikmaken van de BIK als deze vennootschap in Nederland een vaste inrichting (v.i.) heeft en wordt geïnvesteerd in een kwalificerend bedrijfsmiddel dat toerekenbaar is aan (en gebruikt wordt in) die v.i.
- De BIK kan niet worden geclaimd voor investeringen in bedrijfsmiddelen die toerekenbaar zijn aan (gebruikt worden in) het buitenlandse hoofdhuis van de vennootschap. Om in aanmerking te komen voor de BIK moet de vennootschap tevens inhoudingsplichtige zijn voor de Nederlandse loonheffing en moet er voldoende loonheffing zijn om de afdrachtvermindering mee te verrekenen.
- De aansluiting van de BIK bij de fiscale eenheid voor de Vpb (f.e.) kan tot gevolg hebben dat Europeesrechtelijk gezien investeringen in het buitenland ook in aanmerking moeten kunnen komen voor de BIK. Daarom wordt de BIK nu voorgelegd aan de Europese Commissie (EC). De staatssecretaris heeft goede hoop dat de EC snel met een reactie komt en het bedrijfsleven snel duidelijkheid kan worden gegeven over de reikwijdte van de BIK (met of zonder aansluiting bij de f.e.) en over de hoogte van de percentages.
- Als de EC besluit dat de BIK, inclusief de f.e., verenigbare staatssteun is, kan de aansluiting bij de f.e. met terugwerkende kracht tot 1 januari 2021 in werking treden. Mocht de EC echter concluderen dat de BIK een staatssteunmaatregel is die in de huidige vorm niet verenigbaar is met de interne markt dan zal de BIK mogelijk nog aangepast moeten worden.
- Als de aansluiting bij de f.e. met terugwerkende kracht wordt hersteld, betekent dat dat de BIK in meer gevallen toch kan worden aangevraagd of verzilverd. Dat betekent dat bedrijven die nu investeringen willen doen en die alleen van de BIK kunnen profiteren als de notificatie slaagt, zelf moeten afwegen of ze gezien de onzekerheid dat de notificatie slaagt de investering willen of kunnen doen.
- Het is volgens de staatssecretaris juist dat, als de EC besluit dat de aansluiting bij de f.e. ertoe leidt dat ook buitenlandse ondernemingen aanspraak moeten kunnen maken op de BIK, f.e.'s blijvend worden uitgesloten van de BIK. De bewindspersoon maakt hierbij een kanttekening dat als een onderneming binnen een f.e. een investering pleegt en die onderneming zelf personeel in dienst heeft waardoor de afdrachtvermindering op de loonheffing van dat personeel kan worden toegepast, de BIK op die investering kan worden toegepast. Alsdan wordt geen gebruik gemaakt van de faciliteit binnen de f.e. dat de investering wordt gedaan door de ene onderneming en de afdrachtvermindering wordt toegepast op de loonheffing van een andere onderneming.
Tweede Kamer 8-12-2020, nr. 35659 (Fida 20206890)