Het kabinet heeft in aanvulling op het derde coronasteunpakket (zie FutD 2020-2412) extra maatregelen aangekondigd. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen aanpassingen aan het bestaande pakket en een steun in de rug van ondernemers om onvoorziene en onevenwichtige klappen op de korte termijn te verlichten.
Wij ontlenen aan de aankondiging het volgende:
- Een deel van de horeca heeft door de verscherping van de overheidsmaatregelen op 15 oktober 2020 haar deuren voor 4 weken moeten sluiten. De horeca heeft kosten gemaakt voor (bederfelijke) voorraad en voor noodzakelijke investeringen om ook in de winter met inachtneming van de gedragsregels omzet te kunnen maken. Deze eenmalige variabele kosten worden niet gedekt vanuit het generieke steun- en herstelpakket, waaronder de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL; zie FutD 2020-1964). Om de ondernemers tegemoet te komen wordt er een eenmalige subsidie verstrekt van circa 2,75% van de omzetderving voor eet- en drinkgelegenheden. Deze eenmalige vergoeding van circa € 2.500 komt bovenop de TVL-subsidie en valt buiten het reeds verhoogde maximum van € 90.000.
- De TVL wordt in het 4e kwartaal van 2020 opengesteld voor alle sectoren. De SBI-code-afbakening ter vaststelling van de doelgroep komt daarmee eenmalig te vervallen. Ondernemers moeten voldoen aan de reeds gestelde eisen van de TVL, waaronder de minimale omzetderving van 30%. Ook blijven SBI-codes leidend ter vaststelling van de vaste lasten. De land- en tuinbouw kan bij deze verbreding ook gebruik maken van de TVL. Krediet- en financiële instellingen zijn uitgezonderd van deze verbreding.
- Seizoengebonden ondernemers in de evenementenindustrie ontvangen in het hoogseizoen relatief meer TVL-subsidie ten opzichte van het laagseizoen. Omdat alternatieve verdienmogelijkheden door extra contactbeperkende maatregelen beperkt zijn, heeft het kabinet besloten eenmalig een module voor de evenementenbranche in te richten in de TVL om deze bedrijven ook in de winter te ondersteunen. Een ondernemer komt voor de module in aanmerking wanneer deze: (a) wél voor TVL 1.0 in aanmerking is gekomen, maar niet voor TVL in Q4 van 2020 in aanmerking zal komen vanwege een te lage referentieomzet in het vierde kwartaal van 2019, (b) binnen een SBI-code valt die aangeduid is als evenement-gerelateerd en (c) kan aantonen minimaal één festival of evenement te hebben georganiseerd of voor haar omzet voor minimaal 70% afhankelijk te zijn van levering aan festivals of evenementen.
- Sinds 1 januari 2020 betalen werkgevers, als gevolg van de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB), een lage WW-premie voor vaste contracten en een hoge WW-premie voor flexibele contracten. Op grond van de WAB is in het Besluit Wfsv ook geregeld dat werkgevers met terugwerkende kracht de hoge WW-premie moeten afdragen voor vaste werknemers die in een kalenderjaar meer dan 30% hebben overgewerkt. Deze bepaling kan onbedoelde effecten hebben in sectoren waar door het coronavirus veel extra overwerk nodig is, zoals de zorg. De zogenoemde 30%-herzieningssituatie is daarom in 2020 opgeschort, en zal ook in 2021 worden opgeschort.
- Om bedrijven in hun liquiditeitsbehoefte te blijven ondersteunen, worden de corona garantieregelingen (zie FutD 2020-2412 en FutD 2020-1692) verlengd tot en met 30 juni 2021.
- Via een Time Out Arrangement (TOA) wordt een zachte landing bij het permanent of tijdelijk stopzetten van bedrijven ondersteund. Het kabinet werkt met stakeholders aan flankerend beleid om ondernemers te helpen bij de inzet van de Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA).
- Voor vrije theaterproducenten is sprake van "weggegooide" producties (gemaakte kosten voor scenario's, decors, acteursrepetities) die door de sluiting van theaters niet meer kunnen worden ingehaald. Hierdoor ontstaat een financieel gat waardoor investeringen in nieuwe producties niet mogelijk zijn. Daarom wordt € 40 mln vrijgemaakt om deze vrije theaterproducenten te ondersteunen door kosten die zij gemaakt hebben deels te compenseren.
- Met het oog op de nieuwe coronamaatregelen wordt het sport-specifieke pakket aangepast en opnieuw opengesteld voor de periode van 1 oktober tot en met 31 december 2020, met een uitvoering die erop is gericht om de nieuw ontstane financiële schade van amateursportverenigingen te compenseren. Hiervoor wordt de onderbesteding uit de TVS en TASO (€ 60 mln) ingezet, daarnaast zal er overlegd worden met de sector over de gevolgen van de coronamaatregelen.
- Het kabinet verwacht dat de inkomstenderving van gemeenten verder zal oplopen dan de hiervoor gereserveerde € 100 mln. De reservering hiervoor wordt daarom verhoogd met € 150 mln tot in totaal € 250 mln.
Ministerie van EZK 27-10-2020, nr. CE-AEP / 20270015 (Fida 20205857)