De staatssecretaris heeft in een aanvullende nota naar aanleiding van het verslag bij het Belastingplan 2021 antwoord gegeven op vragen uit de Tweede Kamer over de in de tweede nota van wijziging voorgestelde Baangerelateerde Investeringskorting (BIK; zie FutD 2020-2898). Wij ontlenen hieraan het volgende:
- De BIK is een generieke korting bedoeld om alle soorten investeringen te stimuleren en kan hierdoor samengaan met andere regelingen. Zo kan de BIK bijvoorbeeld tegelijk met de EIA of de MIA worden toegepast, zodat de stimulans om te investeren in een groen bedrijfsmiddel in stand blijft. Een bedrijfsmiddel dat wordt gebruikt voor innovatieve activiteiten in de innovatiebox kan ook in aanmerking komen voor de BIK.
- In aanmerking als "investering" voor de BIK komt het aangaan van verplichtingen ter zake van de aanschaffing van een niet eerder gebruikt bedrijfsmiddel, voor zover die verplichtingen drukken op de BIK-inhoudingsplichtige of de fiscale eenheid voor de Vpb. Hierbij is aangesloten bij de bedrijfsmiddelen die kwalificeren voor de KIA.
- De term "baangerelateerd" in de naam van de BIK duidt aan dat alleen bedrijven met werknemers, en daarmee bedrijven waar banen zijn, kunnen profiteren van de regeling.
- Het CPB onderschrijft de verwachting van het kabinet dat de BIK op korte termijn extra investeringen aanwakkert, maar verwacht dat het daaropvolgende effect op banen en economische groei relatief beperkt is. Het CPB verwacht ook dat er in enige mate sprake zal zijn van substitutie van arbeid door kapitaal. De staatssecretaris vindt het echter onwenselijk om individuele investeringen te controleren op werkgelegenheidseffecten.
- Bedrijven kunnen de volledige afdrachtvermindering niet verzilveren wanneer de BIK-afdrachtvermindering méér bedraagt dan hun afdracht loonheffing. De af te dragen loonheffing kan niet verder dan tot nihil worden verminderd. Het kan voorkomen dat een inhoudingsplichtige niet de gehele BIK-afdrachtvermindering in de nog resterende loonaangiften over het jaar kan effectueren. In dat geval kan de inhoudingsplichtige deze door middel van correctie van de loonaangiften over eerdere tijdvakken in het jaar alsnog realiseren.
- Investeringen in bedrijfsmiddelen die hoofdzakelijk zijn bestemd voor gebruik door een vaste inrichting in het buitenland zijn uitgesloten van de BIK. Verder maakt de BIK geen onderscheid naar waar het bedrijfsmiddel is geproduceerd, ontwikkeld of gekocht.
- In principe kan de aanschaf van niet eerder gebruikt (nieuw) bedrijfsonroerend goed, met uitzondering van gronden, kwalificeren voor de BIK, mits ook aan de overige voorwaarden voor toepassing van de BIK wordt voldaan. Zo mag het bedrijfsmiddel (het bedrijfsonroerend goed) bijvoorbeeld niet bestemd zijn om hoofdzakelijk ter beschikking te worden gesteld aan derden.
- Een ondernemer die een bedrijfshal helemaal isoleert, kan deze investering niet kwalificeren onder de BIK omdat het niet gaat om de aanschaf van een niet eerder gebruikt bedrijfsmiddel. De bedrijfshal is een bestaand bedrijfsmiddel en de verbetering van een bedrijfsmiddel kwalificeert niet voor de BIK.
- Investeringen die op of na 1 oktober 2020 zijn gedaan en in 2020 volledig worden betaald, vallen niet onder de BIK. Als het bedrijfsmiddel waarin op of na 1 oktober 2020 is geïnvesteerd gedeeltelijk in 2020 is betaald en met een laatste betaling in 2021 of 2022 volledig is betaald, kwalificeert het bedrijfsmiddel wél voor de BIK.
- Een BIK-inhoudingsplichtige kan over één kalenderjaar maximaal vier BIK-verklaringen aanvragen, maar niet meer dan één per kwartaal van een kalenderjaar. De BIK-afdrachtvermindering wordt bepaald aan de hand van het investeringsbedrag per kalenderjaar. Daardoor is het kortingspercentage niet afhankelijk van het aantal aanvragen dat een BIK-inhoudingsplichtige doet.
- Een versoepeling van het vereiste dat de aanvraag binnen 3 maanden na afloop van het kalenderjaar gedaan moet worden, is volgens de staatssecretaris niet mogelijk. Na maart kunnen er geen aanvragen meer gedaan worden over investeringen van het voorgaande jaar. Deze drie maanden zouden voldoende moeten zijn om de aanvraag in te dienen.
- De Tweede Kamer ontvangt op korte termijn een bundel met Technische beleidsvarianten ter verdere invulling van het advies van de Commissie Regulering van werk. Deze bundel zal onder meer een technische beleidsvariant bevatten voor een algemene investeringsaftrek.
Ministerie van Financiën 20-10-2020, nr. 35572 (Fida 20205732)