De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de Tweede tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (NOW-2; zie FutD 2020-1547, FutD 2020-1593 en FutD 2020-1694 voor NOW-1) in de Staatscourant gepubliceerd. De in verband met de coronacrisis getroffen regeling treedt in werking op 26 juni 2020 en vervalt op 1 december 2022. De aanvraagperiode voor subsidie loopt van 6 juli tot en met 31 augustus 2020. Aanvragen kunnen alleen worden ingediend via het speciale formulier dat via www.uwv.nl beschikbaar wordt gesteld. Zodra positief op de aanvraag is beslist, zal de subsidie worden verleend en een voorschot worden verstrekt in twee termijnen tot 80% van de verleende subsidie zoals deze wordt berekend op basis van de bij de aanvraag geleverde gegevens over de verwachte omzetdaling en de loonsom over de maand maart 2020. Er wordt naar gestreefd om het eerste voorschot binnen 2 à 4 weken na ontvangst van de volledige aanvraag te betalen. Wij ontlenen aan de NOW-2 verder het volgende:
1. Omzetdaling
- De doelgroep van NOW-2 bestaat net als bij NOW-1 uit werkgevers die te maken hebben met een omzetverlies van ten minste 20%. De omzetdaling wordt bepaald door 1/3 van de omzet van 2019 te vergelijken met de omzet van een door de werkgever te kiezen periode van vier maanden die start op 1 juni, 1 juli of 1 augustus 2020. Als men al een aanvraag heeft ingediend voor NOW-1 en de subsidie is verleend, moet de periode van omzetdaling waarvoor subsidie in het kader van NOW-2 wordt aangevraagd aansluiten op die periode van omzetdaling waarvoor in NOW-1 subsidie is aangevraagd. De periode is dus niet vrij door de werkgever te kiezen. Het omzetbegrip is hetzelfde als bij de NOW-1. Subsidies en andere tegemoetkomingen zijn onderdeel van de omzetberekeningen, ook subsidies die worden opgehoogd of verstrekt om deze ondernemingen te compenseren in het kader van de uitbraak van het COVID-19-virus. Er zijn enkele wijzigingen in de omzetbepaling voor specifieke situaties. In de laatste wijziging van de NOW-1 is het mogelijk gemaakt voor bedrijven die geconfronteerd zijn met een overgang van onderneming na 1 januari 2019 om de omzetbepaling voor startende ondernemingen te hanteren vanaf de datum van de overgang. In het geval dat het gaat om het afstoten van onderdelen geldt bij de NOW-2 niet dat de referentieomzet een kwart van de omzet in 2019 is, maar wordt de omzet voor de referentieperiode bepaald door de omzet van de hele kalendermaanden vanaf het moment van het afstoten van het laatste onderdeel of activiteit tot 29 februari 2020.
- Voor de bepaling van de groepssamenstelling is de samenstelling op 1 juni 2020 bepalend. In de regeling NOW-1 gold nog dat voor een groep als bedoeld in artikel 2:24b BW de samenstelling gold zoals deze op 1 maart 2020 bestond. Dit betekent bijvoorbeeld dat als een van de rechtspersonen voor 1 juni 2020 is verkocht, deze niet wordt meegenomen in de omzetberekening van de groep. Als er sprake is van een groep, waarbinnen afstoting van een van de onderdelen van een van de ondernemingen heeft plaatsgevonden, tellen voor de omzetbepaling van het concern alle rechtspersonen binnen de groep mee.
2. Subsidiehoogte, subsidiepercentage en bovengrens loon
- De subsidie wordt in beginsel gebaseerd op de loonsom van maart 2020 en bedraagt per maand maximaal 90% van de loonsom over maart 2020 (bij betaling per vier weken is dit het derde aangiftetijdvak van 2020, verhoogd met 8,33%). Als over de maand maart geen loongegevens beschikbaar zijn, wordt uitgegaan van het loon over november 2019 (of bij betaling per vier weken van het twaalfde aangiftetijdvak van dat jaar, verhoogd met 8,33%). De subsidie is een tegemoetkoming in de loonkosten van de periode juni tot en met september 2020. Dit loonsomtijdvak geldt voor alle aanvragen, ongeacht de gekozen omzetperiode.
- Het percentage van 90% van de totale loonsom is een maximumpercentage dat zal worden uitbetaald bij een omzetdaling van 100%. Is de omzetdaling lager, dan zal de subsidie evenredig lager worden vastgesteld. Bij een omzetdaling van 50% bedraagt de subsidie 45% (= 50% van 90%) van de loonsom en bij een omzetdaling van 20% bedraagt de subsidie 18% (= 20% van 90%), etc. Bij een omzetdaling van minder dan 20% is de subsidie nihil.
- Ook aanvullende lasten en kosten zoals onder andere werkgeverspremies en werknemersbijdragen aan pensioen en de opbouw van vakantiebijslag worden gecompenseerd. Bij NOW-1 bedroeg deze opslag een forfaitair percentage van 30%. Deze forfaitaire opslag is verhoogd naar 40%.
- Als loon wordt maximaal twee keer het per 1 januari 2020 geldende maximumdagloon per maand per individuele werknemer in aanmerking genomen (omgerekend naar een viermaandsperiode). Dat komt neer op € 9.538 per maand. Daarbij gaat het over het loon over het aangiftetijdvak waarover het voorschot wordt vastgesteld. Loon boven het bedrag van € 9.538 per maand komt niet in aanmerking voor subsidie.
- Anders dan in de NOW-1 is in de NOW-2 geen aparte regeling opgenomen voor seizoensbedrijven of andere werkgevers met een hogere loonsom in de meetperiode dan in de referentieperiode, zoals nieuw gestarte bedrijven en bedrijven die door overname zijn gegroeid. Omdat de referentieloonsom van januari naar maart verschuift, zullen er aanzienlijk minder gevallen zijn van werkgevers die tussen de referentieperiode en de corona-uitbraak een aanzienlijk hogere loonsom hebben gekregen.
3. Verplichtingen voor de werkgever
- De meer algemene verplichtingen, zoals de verplichting tot het voeren van een controleerbare administratie en de verplichting om melding te doen van omstandigheden die van belang kunnen zijn voor het toekennen van de subsidie of de hoogte daarvan zijn ongewijzigd gebleven ten opzichte van NOW-1.
- Daarnaast zijn er verplichtingen die gericht zijn op het bereiken van het doel van de regeling, namelijk het behoud van werkgelegenheid, en die ten opzichte van NOW-1 zijn aangepast. Dividend- en winstuitkeringen aan aandeelhouders en derden mogen niet plaatsvinden. De voorwaarde ziet niet op dividend, bonussen en aandelen over 2019, die pas in 2020 tot uitbetaling zullen leiden aangezien de beslissingen daarover al genomen zijn. Ook bedrijven die al NOW-1 subsidie hebben gekregen en die nu ook een aanvraag indienen voor NOW-2, moeten zich aan deze verplichting houden.
- De verplichting om geen bonussen te verstrekken, blijft beperkt tot de bonussen en winstdelingen die worden uitgekeerd aan het bestuur en de directie.
- De verplichting tot het niet-uitkeren van dividend of winst, bonussen of eigen aandelen inkopen geldt alleen als de werkgever, of het concern gezamenlijk, een subsidievoorschot van € 100.000 of meer ontvangt of de subsidie op € 125.000 of meer wordt vastgesteld. Deze grenzen gelden ook als grens voor de accountantsverklaring.
- De hoogte van de correctie op het subsidiebedrag als gevolg van bedrijfseconomisch ontslag wordt aangepast. Bij de afrekening zal de subsidie in de gevallen dat de werkgever bij UWV een ontslagaanvraag om bedrijfseconomische redenen heeft ingediend niet langer voor 150%, maar voor 100% worden gecorrigeerd met de hoogte van de loonsom(men) van de werknemer(s) voor wie ontslag is aangevraagd. Het gaat hierbij om ontslagaanvragen om bedrijfseconomische redenen die in de periode van 1 juni 2020 tot en met 30 september 2020 bij het UWV zijn ingediend en niet tijdig, binnen vijf werkdagen, zijn ingetrokken.
- Het totale subsidiebedrag wordt met 5% verminderd als de werkgever in de periode van 30 mei tot en met 30 september 2020 één of meerdere meldingen als bedoeld in de Wet melding collectief ontslag (WMCO) doet én gedurende het subsidietijdvak voor 20 of meer werknemers in een werkgebied van de WMCO ontslag om bedrijfseconomische redenen aanvraagt. De werkgever kan de vermindering van het subsidiebedrag met 5% voorkomen door met de belanghebbende vakbonden, of bij gebreke daarvan een andere vertegenwoordiging van werknemers, overeenstemming te bereiken over de ontslagen waar de WMCO melding op ziet.
- NOW 2.0 betekent ook dat de werkgever een inspanningsverplichting heeft om werknemers te stimuleren om aan bij- en omscholing te gaan doen. Werkgevers leggen bij aanvraag van de NOW 2.0 een verklaring hierover af. Bedrijven die, ondanks deelname aan de NOW, meer dan 20 medewerkers willen ontslaan, moeten een akkoord hebben met de vakbond of een andere personeelsvertegenwoordiging. Er volgt een korting van de NOW van 5% procent op het totale subsidiebedrag als een akkoord of een mediation-verzoek ontbreekt, en toch een melding wordt gedaan op grond van de Wet Melding Collectief Ontslag na 29 mei 2020 en voor 1 oktober 2020 en voor 20% of meer mensen bedrijfseconomisch ontslag aangevraagd. De in de NOW 1 opgenomen extra korting van 50% bij bedrijfseconomisch ontslag vervalt in NOW 2.0.
Ministerie van SZW 22-6-2020, nr. 2020-0000085008 (Fida 20203825) en nr. 2020-0000087100 (Fida 20203795)