De Tweede Kamer heeft bij de suppletoire begroting inzake aanvullende ondersteuning culturele en creatieve sector een aantal moties aangenomen in verband met de COVID-19-crisis. In de onderstaande moties wordt de regering verzocht:
- Alles in het werk te stellen om creatieve makers in de culturele sector, zowel voor als achter de schermen, inclusief ZZP'ers en freelancers, door de crisis heen te helpen.
- Te onderzoeken hoe niet-gesubsidieerde instellingen en organisaties meer ondersteuning kan worden geboden.
- Door een inspanningsverplichting voorkomen dat de financiële problemen bij lagere overheden tot gevolg zullen hebben dat lokale en regionale culturele voorzieningen zoals regionale centra voor de kunst, muziekschollen en bibliotheken verdwijnen.
- Bij de uitwerking van de regeling zorgen voor waarborging van regionale spreiding.
- Alles op alles te zetten om de culturele sector door de crisis te loodsen.
- Bij haar onderzoek in hoeverre werkenden en bedrijven in het MKB aanvullend steun behoeven ook de ondernemers en werkenden in de creatieve en culturele sector mee te nemen.
De Tweede Kamer hield tijdens het debat twee moties aan waarin werd verzocht te onderzoeken hoe investeren in kunst fiscaal aantrekkelijker kan worden gemaakt, en of een verlaging, vrijstelling of een nulstelling van het BTW-tarief op podiumkunsten en openbare musea of verzamelingen de culturele en creatieve sector kan steunen.
Tweede Kamer 28-4-2020, 35 441, nr. 8 t/m 19 (Fida 20203084 t/m 20203091)