Staatssecretaris Vijlbrief van Financiën heeft aanvullende fiscale maatregelen in het kader van de coronacrisis aangekondigd (zie ook FutD 2020-1075, FutD 2020-0987, FutD 2020-0986, FutD 2020-0822, FutD 2020-0821 en FutD 2020-0759). Deze maatregelen worden vastgelegd in het Besluit noodmaatregelen coronacrisis en op korte termijn ook in de Staatscourant gepubliceerd.
De maatregelen in het Besluit noodmaatregelen coronacrisis hebben betrekking op de volgende onderwerpen:
1. BTW uitleen zorgpersoneel en medische hulpgoederen en -apparatuur
- De uitleen van zorgpersoneel blijft buiten de heffing van BTW. Het maakt daarbij niet uit wie de uitlener is. De inlener moet een zorginstelling of zorginrichting zijn die de BTW-vrijstelling toepast. De uitlener mag alleen de brutoloonkosten in rekening brengen aan de inlener, eventueel verhoogd met een kostenvergoeding van maximaal 5% en er mag met deze uitleen geen winst worden beoogd of gemaakt. Deze maatregel heeft geen invloed op de aftrek van voorbelasting van de uitlener. Dit betekent bijvoorbeeld dat een uitlener die normaal gesproken voor de BTW-belaste prestaties levert en daardoor de inkoop-BTW kan aftrekken, deze BTW ook nu kan blijven aftrekken. Deze maatregel kan met terugwerkende kracht worden toegepast vanaf 16 maart 2020 en geldt tot 16 juni 2020.
- Voor de gratis verstrekking van medische hulpmiddelen aan zorginstellingen, zorginrichtingen en huisartsen hoeft geen BTW betaald te worden. Daarnaast heeft deze verstrekking geen gevolgen voor de aftrek van de inkoop-BTW van deze verstrekker. De aftrek van de voorbelasting op kosten van de gratis medische hulpmiddelen wordt bepaald op basis van de reguliere bedrijfsactiviteiten van de ondernemer. De gratis verstrekking van de hulpmiddelen wordt hier niet als reguliere bedrijfsactiviteit beschouwd. Deze maatregel kan met terugwerkende kracht worden toegepast vanaf 16 maart 2020 en geldt tot 16 juni 2020.
2. Verlaagd BTW-tarief sportscholen ook voor online sportlessen
Veel sportscholen en dergelijke ondernemers bieden in deze periode waarin mensen zoveel mogelijk thuis moeten blijven online sportlessen aan. Het verlaagde tarief dat geldt voor het aanbieden van een sportaccommodatie voor actieve sportbeoefening geldt tijdelijk ook voor de situatie dat deze sportlessen online aangeboden worden. Deze goedkeuring kan met terugwerkende kracht worden toegepast vanaf 16 maart 2020 en geldt totdat de verplichte sluiting wordt opgeheven.
3. Heffingsrecht thuiswerkende grensarbeiders
- Grensarbeiders die gedurende de coronacrisis thuiswerken (thuiswerkdagen) of die niet kunnen werken en thuis moeten blijven met behoud van loon (thuiszitdagen) kunnen op grond van belastingverdragen te maken krijgen met een verschuiving van het heffingsrecht over (een deel van) hun inkomen van werkstaat naar woonstaat. Met Duitsland is bilateraal een oplossing overeengekomen voor grensarbeiders in loondienst die thuiswerken in hun woonstaat. Nederland en Duitsland hebben afgesproken dat belastingplichtigen in afwijking van het verdrag de extra thuiswerkdagen in verband met corona mogen behandelen conform waar onder normale omstandigheden zou worden gewerkt (de "reguliere" werkstaat). Het inkomen met betrekking tot de extra thuiswerkdagen moet dan in het andere land wel daadwerkelijk worden belast. Uiteraard mag een belastingplichtige ervoor kiezen een beroep te doen op de letterlijke verdragstekst, waardoor het heffingsrecht wel naar de woonstaat (thuiswerkstaat) verschuift. Deze afspraak geldt van 11 maart tot en met 30 april 2020 en wordt daarna van maand tot maand verlengd tot één van beide landen de afspraak opzegt. Met België is overleg over de behandeling van thuiswerkdagen nog gaande.
- Duitsland, België en Nederland zijn het erover eens dat loondoorbetaling voor een periode van tijdelijke inactiviteit fiscaal moet worden behandeld conform waar onder normale omstandigheden zou worden gewerkt. Dit zien Duitsland, België en Nederland slechts als bevestiging van een bestaande interpretatie van het belastingverdrag.
- De Duitse socialezekerheidsuitkeringen Kurzarbeitergeld, Insolvenzgeld en Arbeitslosengeld voor zover dat geacht wordt te zijn verkregen als gevolg van corona(maatregelen), is vrijgesteld van belasting. Deze vrijstelling geldt voor de periode van 11 maart 2020 tot en met 31 december 2020.
4. Versoepeling administratieve lasten voor werkgevers
Werkgevers hebben voor de loonheffingen bepaalde wettelijke administratieve verplichtingen, zoals de plicht om de identiteit van de werknemer vast te stellen aan de hand van het originele identiteitsbewijs. De huidige bijzondere omstandigheden kunnen meebrengen dat werkgevers deze verplichtingen niet, niet tijdig of niet geheel kunnen nakomen. De Belastingdienst neemt een soepel standpunt in als een werkgever of werknemer de tekortkoming in de administratieve verplichting voor zover mogelijk herstelt zodra dit kan. Voor de identificatieplicht betekent dit dat de toepassing van het anoniementarief achterwege kan blijven als de werkgever de identiteit van de werknemer alsnog vaststelt zodra hij daar in redelijkheid toe in staat is.
5. Vaste reiskostenvergoeding
Voor veel werknemers leiden de maatregelen rondom de coronacrisis wat betreft de kosten van vervoer tot een verandering van hun reispatroon. Die verandering kan meebrengen dat een werkgever de vaste reiskostenvergoeding moet aanpassen of geheel of gedeeltelijk tot het loon moet rekenen. De staatssecretaris vindt dit ongewenst. Daarom wordt geregeld dat de werkgever die een vaste reiskostenvergoeding aanbiedt hieraan in deze thuiswerktijden geen gevolgen hoeft te verbinden. Dit betekent dat de werkgever voor deze periode mag blijven uitgaan van het reispatroon waar de vergoeding al op gebaseerd was.
6. BPM-vrijstelling wegens RDW-keuring en verlenging overgangsregeling ombouw taxi
- De BPM-vrijstelling voor kortstondig gebruik wordt onder andere gebruikt om met een in het buitenland aangeschaft motorrijtuig naar de RDW te rijden voor de keuring en inschrijving in het Nederlands kentekenregister. Deze vrijstelling kan een tweede keer worden aangevraagd in die gevallen waarin de keuring voor het motorrijtuig niet kon plaatsvinden in verband met de coronamaatregelen van de RDW.
- De einddatum van de overgangsregeling voor taxi's die worden omgebouwd voor bijvoorbeeld rolstoelvervoer wordt verlengd van 1 april 2020 tot 1 juli 2020. Daardoor kunnen de geplande - maar door de coronamaatregelen vervallen - keuringsafspraken verplaatst worden.
- Het taxatierapport dat doorgaans wordt opgemaakt vóór de keuring bij de RDW en vóór het doen van aangifte BPM mag niet ouder zijn dan één maand. De maximale geldigheidstermijn van het taxatierapport wordt verlengd naar maximaal 4 maanden.
7. Verlaging invorderingsrente en belastingrente naar 0,01%
De percentages voor de invorderingsrente en belastingrente zijn gedurende 3 maanden verlaagd naar 0,01%. Omdat de invorderingsrente is gekoppeld aan de betalingskorting is de verlaging van het rentepercentage niet alleen begunstigend voor ondernemers. Voor de betalingskorting wordt namelijk hetzelfde wettelijke percentage gebruikt als voor invorderingsrente, waardoor de verlaging tot gevolg zou hebben dat ondernemers nagenoeg geen aanspraak meer kunnen maken op betalingskorting. Ondernemers die menen hiervan nadeel te ondervinden, kunnen bezwaar maken, waarna de betalingskorting alsnog zal worden toegekend. Daarnaast is de mogelijkheid gevonden om bij de tijdelijke verlaging van de invorderingsrente de te vergoeden invorderingsrente, ten gunste van burgers en bedrijven, op het bestaande niveau van 4% te houden.
Ministerie van Financiën 14-4-2020, nr. 2020-0000071409 (Fida 20202458)