Samenvatting | Het Centraal Aanspreekpunt Pensioenen van de Belastingdienst
heeft antwoord gegeven op de vraag welke mogelijkheden er zijn
om de pensioenopbouw voort te zetten ingeval er een tijdelijke
arbeidsduurverkorting wordt toegepast als gevolg van de
maatregelen rondom het coronavirus Covid-19. Gedurende de
periode van tijdelijke arbeidsduurverkorting in verband met
het corona-virus Covid-19 kunnen zich met name de volgende
situaties voordoen:- Arbeidsduurverkorting waarbij de
dienstbetrekking geheel in stand blijft. In dat geval blijft
er gewoon sprake van pensioengevende diensttijd. Dat hierbij
sprake kan zijn van een lager pensioengevend loon hoeft geen
probleem te zijn mits sprake is van een gebruikelijke
loonsverlaging (art. 19 Wet LB). Bij een gebruikelijke
loonsverlaging kan de pensioenopbouw worden voortgezet over
het loon dat voorafgaande aan de arbeidsduurverkorting werd
genoten.
- Arbeidsduurverkorting waarbij de
dienstbetrekking (gedeeltelijk) tijdelijk wordt beëindigd in
verband met het coronavirus Covid-19. Als de werknemer een
inkomensvervangende, loongerelateerde uitkering ontvangt
(zoals een WW-uitkering), is er sprake van pensioengevende
diensttijd in de zin van artikel 10a, lid 1, onderdeel c, UVBT
LB. De pensioenopbouw mag worden voortgezet op basis van het
pensioengevend loon dat voorafgaande aan de
arbeidsduurverkorting werd
genoten.
- Arbeidsduurverkorting waarbij geen sprake is
van onvrijwillig ontslag of er geen inkomensvervangende,
loongerelateerde uitkering wordt ontvangen. In dat geval kan
er onder voorwaarden gebruik gemaakt worden van de vrijwillige
voortzetting van de pensioenopbouw in de zin van artikel 10a,
lid 1, onderdeel c, UVBT LB en onderdeel 2.3 van het
Verzamelbesluit pensioenen van 11 december 2018.
|