X exploiteerde vanaf maart 2015 een klusbedrijf. Hij ontving op zijn aanvraag een VAR-winst uit onderneming (WUO). In augustus 2018 stelde de inspecteur vragen over zijn aangifte IB 2015, omdat X in 2015 slechts voor één opdrachtgever had gewerkt. De inspecteur merkte de inkomsten uit het klussenbedrijf vervolgens aan als resultaat uit overige werkzaamheden (ROW). X ging in beroep en stelde dat de VAR-WUO de latere (her)beoordeling van zijn werkzaamheden verhinderde. Rechtbank Noord-Nederland (zie FutD 2021-0168) was het daarmee eens. Een eenmaal afgegeven VAR-WUO was in de sfeer van de Wet IB 2001 bindend voor de werkzaamheden waarop die VAR zag. X had de VAR niet onder valse voorwendselen aangevraagd. De inspecteur ging in hoger beroep. Hof Arnhem-Leeuwarden stelde voorop dat een VAR alleen rechtsgevolgen had voor de IB-heffing via toepassing van het vertrouwensbeginsel. Het Hof kwam pas toe aan het beoordelen of X aan de VAR-WUO het in rechte te honoreren vertrouwen kon ontlenen als het Hof niet al op grond van een inhoudelijke beoordeling had beslist dat sprake was van WUO. Het Hof besliste vervolgens op basis van die inhoudelijke beoordeling dat al in 2015 voor rekening van X een onderneming werd gedreven. Hij liep het risico van respectievelijk het wegvallen en het niet-binnenhalen van opdrachten, debiteurenrisico en aansprakelijkheidsrisico jegens opdrachtgevers. Hij had in 2015 één opdrachtgever, in 2016 twee en daarna drie. Het werken voor één opdrachtgever in het startjaar 2015 kon volgens het Hof niet los worden gezien van de door X in de jaren daarna uitgevoerde werkzaamheden voor meerdere opdrachtgevers. Het in de loop van de tijd werken voor steeds meer opdrachtgevers was een gebruikelijke gang van zaken bij een startende ondernemer. Het Hof vond het aannemelijk dat X van aanvang af de intentie had gehad om zijn activiteiten verder uit te breiden tot meerdere opdrachtgevers en dat X, gelet op de aard van de activiteiten, door mond-tot-mond reclame en door het leggen van contacten bekendheid aan zijn werkzaamheden had gegeven en dat dit had geleid tot het verwerven van nieuwe opdrachten. Het Hof verklaarde het hoger beroep van de inspecteur ongegrond.
Klussenbedrijf met maar één opdrachtgever in startjaar wel IB-onderneming
Datum: 13 mei 2022
Dagelijks al het fiscale nieuws in uw mailbox!
Met de dagelijkse e-mailservice Viditax ontgaat niets u meer op fiscaal gebied. De redactie van Fiscaal up to Date garandeert dat u al het fiscale nieuws van die dag om 17.15 uur ontvangt. Nieuws met betrekking tot rechtspraak, wetgeving en beleid wordt krachtig samengevat en elke vrijdag worden de arresten van de Hoge Raad kort en bondig weergegeven.
U ontvangt Viditax als u (proef)abonnee bent van Fiscaal up to Date.
Viditax 27-05-2022
- Lagere PKV bij WOZ en BPM-procedures volgens Hoge Raad discriminerend
- Scheidingsregeling eigen woning niet zonder mede-eigendom
- Hof biedt rechtsherstel en belast in 2017 alleen werkelijk rendement box 3
- Boete van € 150.000 na loonaangifte op basis van gebrekkige administratie
- Geen (fictieve) dienstbetrekking voor erotische webcam-agents
- Verzoek om vorming HIR in te trekken te laat; vrijval HIR terecht
- Ex-firmant aansprakelijk voor BTW-schuld vof
- Vereiste IB-aangifte niet gedaan met niet-invullen trustvraag
- Controle zorgkosten in aangiften IB niet gebaseerd op etnisch profileren
- Correctiebeleid fiscus gold ná verdeling tussen fiscale partners
- F-biljet vereist geen uitgebreidere onderzoeksplicht dan reguliere aangifte
- Uitgekeerde pensioenlumpsum belast loon voor partner
- Aanpassing handelsinkoopwaarde bij taxatie niet beperkt tot schade
- Feit van vóór uitspraak was bekend: geen herziening Hofuitspraak
- Levering in woonpand getransformeerd kantoor zonder BTW
- Woonzorgcomplex ondanks verkoopplan BTW-algemeenheid
- Verzoek ambtshalve vermindering ten onrechte ook als bezwaar behandeld
- Kosten voor administratie en BTW-aangiften geen nagekomen bedrijfslast
- Vrije ruimte WKR voor rijnvarenden zonder inhoudingsplichtige werkgever
- Appartement voor eigen gebruik bij Neder-Mexicaan belast in box 3
- Vernietiging invorderingskosten geen reden voor bovenforfaitaire PKV
- Verzamelrenseignement UWV bewijs voor correcties op aangifte IB
- Cassatie tevergeefs omdat eerst bezwaar moest worden gemaakt
- Verzoek om herziening arrest uit 2013 niet-ontvankelijk
- Bezwaar na afwijzen uitstelverzoek niet-ontvankelijk
- Verrekening niet-gerealiseerde zelfstandigenaftrek niet meer mogelijk
- Herzieningsverzoek niet-ontvankelijk fysiek cassatieberoepschrift tevergeefs
- Woonzorgcentrum in hoofdzaak woning; geen OZB-gebruikersbelasting
- BOF successiewet volgens CPB wel doeltreffend maar niet doelmatig
- Antwoord op vragen over recordboete Belastingdienst voor zwarte lijst